In het hart van Obermarsberg, een charmant stadje in Noordrijn-Westfalen, Duitsland, staat de Nikolaikapelle, een rooms-katholieke kapel gewijd aan Sint Nicolaas. Deze historische plek, voor het eerst genoemd in 1247, is een schatkamer van vroege gotische architectuur en een getuigenis van het rijke erfgoed van de stad.
Het verhaal van de Nikolaikapelle begint in 1229, toen de inwoners van Horhusen (nu Niedermarsberg) besloten een kerk te bouwen voor de Prins-Bisschop van Paderborn. Deze belofte kwam nadat ze op verzoek van de Aartsbisschop van Keulen naar de Eresburg waren verhuisd. Door deze verhuizing vielen ze niet langer onder de jurisdictie van de bisschop, maar onder die van de Prins-Abt van Corvey. De bouw begon datzelfde jaar en in september 1247 werd de kerk voor het eerst in historische documenten genoemd. De kapel werd gewijd aan Sint Nicolaas van Myra, de patroonheilige van kooplieden, wat aangeeft dat de inwoners waarschijnlijk ambachtslieden en handelaren waren in plaats van boeren.
De Nikolaikapelle wordt gevierd als een van de mooiste voorbeelden van vroege gotische kerkelijke architectuur in Westfalen. De westgevel, relatief sober, wordt gedomineerd door een achthoekige toren die vijf achtste uit de gevel steekt. Onder de hoofdkroonlijst heeft de toren vier kleine gotische blinde ramen en slanke spitsboogramen met maaswerk aan weerszijden. Boven de gevels, versierd met grotere en kleinere ramen en een klok, rijst de achthoekige torenspits met een lantaarn op. Aan de noordwestelijke hoek is een smalle, raamloze traptoren bevestigd. Het portaal van de westgevel is eenvoudig ontworpen, omlijst door een blinde gevel en eenvoudige stijlen, en wordt niet als ingang gebruikt.
Het zuidportaal is het meest sierlijke van de drie ingangen. De kolommen en kapitelen in de driedubbele onthulling zijn rijkelijk versierd met loofwerk en ranken, evenals de archivolten die over de spitsboog lopen. Vanuit de binnenste kolommen vormt zich een ondiepe driepasboog, waarin Sint Nicolaas, de patroonheilige, wordt afgebeeld. Boven de zuid- en noordportalen bevindt zich een roosvenster met zes driepassen.
De lage koorstructuur verschilt duidelijk van het schip door zijn laatromaanse muurontwerp. Lisenen en blinde bogen verlevendigen de buitenkant van het koor. Uit de blinde bogen aan de zuidkant komen drie levensgrote hoofden tevoorschijn – links Karel de Grote, in het midden Lodewijk de Vrome (als kind), en rechts Otto I – allen verbonden met de lokale geschiedenis. Net als het schip is het koor bedekt met een zadeldak.
Het grondplan toont een driebeukige hallenkerk met een bijna vierkant koor. Het schip bestaat uit twee traveeën in lengte, ondersteund in het midden door ronde pilaren met diensten. De zijbeuken zijn half zo breed als het schip. Het gewelf is een ribgewelf met sluitstenen. De zijbeuken zijn nissen in de muur.
Het westelijke uiteinde vormt een koorachtige 5/8e sluiting, die oprijst in de achthoekige toren van de westgevel. Een slanke traptoren bevindt zich in de noordwestelijke hoek. Het interieur is 34 meter lang, 22 meter breed en het plafond is 15 meter hoog.
In de rechthoekige koorkamer staat een neogotisch altaar. De nissen zijn bekroond met gevels. Het midden wordt bijzonder benadrukt door de hoge pinakels. Tijdens de restauraties in de jaren zestig werd een zandstenen feestaltaar toegevoegd.
De ramen in het altaargebied zijn relatief eenvoudig, zonder gotische designelementen, in tegenstelling tot de andere prachtige gotische ramen. Het opvallende kenmerk hier is het glas-in-lood uit 1890, dat de legende van de bekering en doop van de Saksische hertog Widukind afbeeldt. Het roosvenster erboven toont het Christuskind met engelen bovenaan en de heiligen Bonifatius, Liborius, Nicolaas en Sturmius onderaan.
Bovendien herbergt de kapel een stenen Pietà, waarschijnlijk vervaardigd in het begin van de 18e eeuw in de Papen-werkplaats in Giershagen. Van het gewelf van de tweede travee hangt een dubbele Madonna van hout, onder een zeszijdige baldakijn, in een rozenkrans. Het beeld van Sint Christoffel werd in 1744 geschonken door kamerheer Christoph Köchling. Het kruis boven het noordportaal dateert uit de 17e eeuw, evenals een olieverfschilderij (boven het zuidportaal) dat de Geseling van Christus afbeeldt. Het orgel, geschonken door emigrant Henry Heide, werd enkele jaren geleden gedemonteerd.
In 1800 verwoestte een orkaan de spits van de toren, die uiteindelijk werd vervangen door een lage koepel. Vanwege financiële beperkingen werd de geplande restauratie door Friedrich Heinrich Kronenberg in 1850 niet uitgevoerd, hoewel hij in 1852 enkele stabilisatiemaatregelen wist te treffen. Een grondige renovatie vond plaats in 1877, waarbij de toren zijn huidige vorm kreeg.
Verdere restauraties vonden plaats in de jaren zestig. Het gebouw werd drooggelegd, het dak en de gevel werden gerepareerd en de ramen werden verbeterd. De kleurrijke koorramen werden gerestaureerd, terwijl de andere werden vernieuwd zonder hun vorm te veranderen. Bovendien werden de Pietà en de dubbele Madonna gerestaureerd.
Samenvattend is de Nikolaikapelle niet alleen een historisch monument, maar ook een symbool van het rijke verleden van Obermarsberg en de blijvende geest van zijn inwoners. De muren vertellen verhalen uit eeuwen geleden, waardoor het een essentiële bezoekplek is voor iedereen die dit schilderachtige stadje in Noordrijn-Westfalen verkent.
Koop nu tickets voor de speurtocht!
Met myCityHunt ontdek je duizenden steden over de hele wereld tijdens spannende speurtochten, schattenjachten en escape games!
myCityHunt vouchers zijn het perfecte cadeau voor veel gelegenheden! Verras jouw vrienden en familie met dit buitengewone evenementgeschenk. myCityHunt vouchers zijn vanaf de aankoopdatum 2 jaar geldig en kunnen binnen deze periode worden gebruikt voor een vrij te kiezen stad en tour uit het myCityHunt portfolio.
Koop cadeaubonnen