Christuskirche (Pinneberg)

In het charmante stadje Pinneberg, gelegen in de schilderachtige regio Schleswig-Holstein in Duitsland, staat de prachtige Christuskirche. Deze neogotische bakstenen kerk, met zijn indrukwekkende torenspits van 46 meter hoog, is niet alleen een architectonisch juweel, maar ook een baken van historische betekenis en spirituele troost voor de lokale gemeenschap.

De Geschiedenis van de Christuskirche

De oorsprong van de Christuskirche gaat terug tot het midden van de 19e eeuw, een periode waarin de lutherse inwoners van Pinneberg hun eigen gebedshuis wilden hebben. Ondanks aanvankelijke tegenstand van de naburige parochie van Rellingen, richtten de vastberaden lutheranen in 1849 een kerkbouwvereniging op. In de loop der jaren slaagden zij erin een indrukwekkende som van 40.000 goudmarken bijeen te brengen voor de bouw van hun kerk.

Een keerpunt kwam in 1875 toen Pinneberg stadsrechten kreeg, wat de inspanningen om een onafhankelijke parochie te stichten versterkte. De officiële oprichting van de parochie Pinneberg vond plaats op 1 juni 1890, met Hugo Wurmb als eerste pastoor. Aanvankelijk werden de diensten gehouden in een voormalig meubelmagazijn aan de Bahnhofstraße 23, maar de visie van een grootse kerk zou spoedig werkelijkheid worden.

Met extra financiële steun van het koninklijk consistorie en de overheid begon de bouw van de kerk in april 1894 onder toezicht van architect Hugo Groothoff. De eerste steen werd gelegd op 17 juni 1894 en in december van dat jaar was het buitenwerk voltooid. De kerk, oorspronkelijk genaamd Kirche zu Pinneberg, werd ingewijd op 31 maart 1895. Twee jaar later werd de pastorie, ook ontworpen door Groothoff, voltooid.

In 1941 werd de kerk omgedoopt tot Christuskirche en een nabijgelegen kapel aan de Kirchhofsweg werd aangewezen als Lutherkirche. De periode na de Tweede Wereldoorlog zag een aanzienlijke toename van de bevolking van Pinneberg door de toestroom van vluchtelingen, wat leidde tot de oprichting van extra evangelische gemeenten in de omgeving.

Het Architectonische Wonder van de Christuskirche

Christuskirche is een opvallend voorbeeld van neogotische architectuur, gekenmerkt door zijn kruisvormige plattegrond en ingewikkeld metselwerk. De kerk heeft een centraal schip dat plaats biedt aan 750 zitplaatsen, geflankeerd door twee smalle zijbeuken en een ruim transept. Een prominente spitsboog markeert de overgang van het schip naar het veelhoekige koor, wat bijdraagt aan de grandeur van het interieur.

Een van de opvallende designelementen zijn de grote ronde ramen in het transept, een kenmerkend element van Groothoffs kerkontwerpen, die veel natuurlijk licht in het interieur laten binnenstromen. De buitenkant van de kerk is versierd met verschillende uitbouwen, waaronder een traptoren en een sacristie, wat een asymmetrische maar visueel boeiende gevel creëert.

Opmerkelijk is dat Christuskirche beide wereldoorlogen ongeschonden heeft doorstaan. In 1961 werden de voegen opnieuw aangebracht en werden de goten, regenpijpen en bliksembeveiligingssysteem vernieuwd. Na een storm in 1988 werden de leien dakpannen vervangen.

Restauratie en Modernisering

In het midden van de jaren zestig onderging de kerk aanzienlijke interieurrenovaties onder leiding van architect Hans-Joachim Meier. Het doel was om een helderdere en gastvrijere ruimte te creëren. Neogotische spitsbogen werden dichtgemetseld, oude muurschilderingen werden overgeschilderd en de kathedraalramen werden vervangen of dichtgemetseld. De galerijen werden bekleed met leien en het oude houten altaar en de preekstoel werden verwijderd.

In het begin van de jaren 2000 werden echter inspanningen geleverd om het interieur in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Onder leiding van architect Gunnar Seidel werd er uitgebreid reconstructiewerk uitgevoerd, dat 470.000 euro kostte. Er werd ook een modern verwarmingssysteem geïnstalleerd. Helaas konden het oorspronkelijke houten altaar, de preekstoel en de gebrandschilderde kathedraalramen niet worden teruggebracht, omdat hun verblijfplaats onbekend bleef.

Opmerkelijke Kenmerken en het Orgel

Sinds februari 1895 herbergt de kerktoren twee klokken, wat bijdraagt aan de auditieve charme van de kerk. Een van de oudste kerkmeubels is een doopvont met een deksel, dat sinds de inwijding van de kerk in gebruik is.

Het oorspronkelijke orgel, gebouwd door Ernst Röver in 1896, onderging grote wijzigingen door het bedrijf Kemper in 1956 en 1968, wat resulteerde in wat feitelijk een nieuw instrument was. In 2008 werden plannen gemaakt om een nieuw orgel te bouwen dat het geluid van het oorspronkelijke Röver-orgel zou nabootsen. Dit streven culmineerde in de inwijding van het nieuwe Baumhoer-orgel op 5 oktober 2014. Het nieuwe orgel, dat 500.000 euro kostte, bevat ongeveer zes gerestaureerde Röver-registers en heeft een uniek kleppenventiel ontworpen om een hoge winddruk mogelijk te maken, wat doet denken aan het oorspronkelijke instrument.

Christuskirche staat als een bewijs van de veerkracht en toewijding van de gemeenschap van Pinneberg. De rijke geschiedenis, architectonische pracht en spirituele betekenis maken het een must-see monument voor iedereen die de regio verkent. Of je nu een architectuurliefhebber bent, een geschiedenisliefhebber of gewoon op zoek bent naar een moment van rust, Christuskirche biedt een boeiende ervaring die resoneert met de ziel.